Helderziendheid neemt toe, merk jij hier ook iets van?
We krijgen allerlei signalen vanuit de hogere werelden.
Geschreven juni 2009; laatste bewerking december 2023
Doodeng of is dit het 'nieuwe normaal'?
Het wordt hoe langer hoe makkelijker voor een persoon om toegang tot andere werelden te krijgen. Heel veel van de blokkades en sluiers die
altijd tussen de verschillende energielagen bestonden, die vallen nu weg. Het is een verschijnsel van het veld waar we nu
in zitten.
Het zijn de afscheidingen tussen de verschillende energievelden die dunner worden.
Het zijn dus niet alleen onze menselijke gaven die ons
tot helderzienden maken.
Doordat de sluiers dunner worden, geeft dat een sterkere inwerking van de hogere werelden op de lagere
(onze) werelden.
De kracht van wat geesten willen of van wat wij wensen wordt hoe langer hoe groter.
Hier "op aarde" wordt het hoe langer
hoe lastiger om te leven omdat we sterker reageren op die energie. Het goede nieuws komt
voor de healingen. Het wordt makkelijker voor energetische behandelingen op aarde. De behandelingen
worden onder invloed en inwerking van de sterkere energieën veel
effectiever hierdoor.
We kunnen nu veel meer teweegbrengen dan 20 jaar geleden het geval was.
Wat verder ook nog speelt, dat er hoe langer
hoe meer geesten met een hoger bewustzijn zich op aarde manifesteren om de mensheid
te helpen groeien en evolueren. Ook wordt
het astrale veld van de aarde (niet zichtbare veld) verrijkt met energieën
zoals bijvoorbeeld die van graancirkels (art. 34). Energieën
die het ook makkelijker maken om door allerlei veranderingsprocessen,
bewustzijnslagen en poorten heen te gaan.
Op een onbewust niveau (art. 175) krijgen we allerlei signalen, een soort handleiding vanuit de astrale werelden die enorm verrijkt wordt
vanuit nog hogere werelden. Daarom is het minder nodig om nog vele boeken te lezen. De kennis die we nodig hebben wordt op dit moment
door ons intuïf opgepakt. Wat betreft helderziendheid, dit kan vooral in het begin enorme angst inboezemen. Wat er gezien wordt
kan enorm afwijken van wat wij hier op aarde kennen. Angst om te zien is vaak ook het resultaat van onwetendheid en materialistisch denken.
Velen, en misschien jij ook, denken dat men het tijdelijke lichaam zelf is.
Maar een lichaam gaat niet eeuwig mee. Bepaalde gedachtestructuren zijn ook niet voor eeuwig. Die structuren willen wel overleven en
iedere confrontatie met hun eindigheid wekt het overlevingsinstinct op. Het lichaam en bepaalde gedachtestructuren zijn eigenlijk mechanisch.
Vergelijk je dit bijvoorbeeld met een auto, als daar onderdelen zijn versleten vervangt men die. Als de TV kapot is koop je een
nieuwe.
Onbekend zal dit zeker niet klinken, nieuwe tanden en heupen zijn hier een voorbeeld van. Zo kijkt ook de geest naar het aardse lichaam,
vervangbaar!
Als wij onszelf leren zien als een instrument van onze geest, zoiets van wij zijn een geest die een aardse ervaring heeft,
dan is die angst er ook niet. De geest heeft het allemaal al een keer meegemaakt. Die is eens eerder geboren en al eens eerder gestorven (incarnatie art. 108).
Die geest weet hoe alles in elkaar zit. Die geest is niet bang, nergens meer voor. Het is alleen het lichaam dat bang is. Als een mens denkt
dat hij zijn lichaam is, dan gaat hij/zij mee in die angst van dat lichaam. Als een mens weet dat hij een geest is dan neemt de angst
af.
Angst bij toenemende helderziendheid kan ook nuttig zijn. Het geeft onze ontwikkeling een
dusdanig tempo dat we niet in verwarring
raken.
We krijgen hierdoor met het juiste tempo de lessen aangeboden. Angst dient ook om onze waarneming te verscherpen.
Als wij het idee hebben dat er dingen gebeuren die buiten ons controleveld liggen,
worden we alerter en verruimen we ons bewustzijn.
Hierdoor wordt onze controle sterker, beheersing van de omgeving en de beheersing van onszelf.
Dit is de positieve kant van angst.
Praktijkvoorbeeld: zo zag, ik zal haar Yvonne noemen, op haar 30 jaar, toen ze op het toilet zat allerlei kleurige bollen
op de tegels
verschijnen. Verbaasd over het kleurenspel keek ze wat meer geconcentreerd maar daardoor ging het weg. Kort daarna zag ze in haar
ooghoeken wat bewegen, maar als ze die kant op
keek was het weer weg. Steeds vaker werd ze iets vaags gewaar totdat ze ‘s avonds toen ze alleen was figuren zag bewegen.
Het leken wel draken!
Doodeng vond ze dit en probeerde heel hard om dit niet meer te zien. Maandenlang vermeed ze ook het alleen zijn, zonder dit tegen
iemand te vertellen. Toch won haar nieuwsgierigheid het van haar angst en begon ze tegen de beelden die ze zag in gedachte te praten.
Daar reageerden die beelden op en ze kreeg er vertrouwen in. Met hulp van andere helderzienden om hiermee om te gaan, weet ze nu dat
het niet gek is. Ze kan de beelden nu gebruiken om er informatie en steun van te krijgen.
Kleine kinderen zien ook vaak beelden van overledenen. Sommige ouders schrikken ervan als ze dit vertellen en weten niet
goed hoe ze hiermee om moeten gaan. Het beste wat ouders en opvoeders volgens ons kunnen doen is reageren alsof het volkomen normaal is.
Want voor die kinderen zijn die sluiers van afscheiding er niet. Ze zien letterlijk die overledenen en kunnen ook met hen praten.
Door deze kinderen kunnen wij er vast aan wennen als ook voor ons ook de gordijnen opengaan.
De sluiers zullen aldoor dunner worden, totdat ze zijn verdwenen. Het zou goed mogelijk kunnen zijn dat iedereen dan onze broeders
uit de geestelijke werelden ziet en niet alleen de kinderen en helderzienden van nu.
Tot die tijd nog wat tips voor onze (aankomende) helderzienden (heldervoelend - horend - wetend e.d.):
Geef nooit ongevraagd advies of beelden door. Het kan schokkend en ongewenst zijn voor iemand om iets (wat wel waar kan zijn) zomaar
te horen, zonder daar aan toe te zijn. Beter is het om een schriftje aan te leggen en op te schrijven (met de datum) wat je
gezien hebt in verhaalvorm.
Stel jezelf daarna de volgende vragen:
- Wat zag ik precies? (kleur, vorm, dichtheid)
- Waar leek het op?
- Wat denk ik dat het was?
- Welk gevoel kreeg ik erbij?
- Wanneer gaat het gebeuren?
Leg het schriftje weg en denk er niet meer aan. Mocht er iets van deze beelden uitkomen schrijf dit op en verwijs
dan naar de datum wanneer je dit gezien hebt. Door het zo te doen krijgt je een idee hoeveel van de door jou geziene
beelden waar blijken te zijn en welke niet. Voorkom dat als je wat gezien hebt anderen er te veel mee lastig valt. Pas als jouw
score van uitkomende beelden hoog is mag je desgevraagd zeggen (op verzoek) wat je zag hoorde, voelde of wist.
Succes ermee!
LEES OOK: Heldere waarnemingen, verzonnen of echt? (art. 75)
|